Sportfysiotherapie richt zich op het behandelen en begeleiden van sport gerelateerde blessures en het optimaal herstellen van sporters, ongeacht hun niveau. Eén van de meest voorkomende en impactvolle blessures onder (top)sporters is een scheur van de voorste kruisband (VKB) in de knie. Vaak is een operatieve reconstructie noodzakelijk, gevolgd door een intensief revalidatietraject. Hier speelt de sportfysiotherapeut een essentiële rol.

De revalidatiefase na een VKB-reconstructie
Een geslaagde revalidatie bestaat uit verschillende fasen, elk met een duidelijk doel. De sportfysiotherapeut begeleidt de sporter stap voor stap richting een volledig herstel én een veilige terugkeer naar sport.

1. Postoperatieve fase (0-6 weken)
In deze eerste fase ligt de focus op het verminderen van zwelling en pijn, het herstellen van de mobiliteit van de knie en het opbouwen van de spieractiviteit. Lopen met krukken en oefeningen om de quadriceps weer te activeren zijn belangrijke onderdelen.



2. Opbouwfase (6-12 weken)
De spierkracht wordt verder opgebouwd, net als de controle over de knie. Functionele oefeningen worden geïntroduceerd en de belasting wordt geleidelijk opgevoerd. Begeleiding op techniek en juiste uitvoering is cruciaal om compensatiegedrag te voorkomen.

3. Sportgerichte revalidatie (3-6 maanden)
Het accent verschuift naar sportspecifieke vaardigheden zoals springen, wenden en draaien. Stabiliteit, snelheid en kracht worden verder ontwikkeld. De sportfysiotherapeut gebruikt hier vaak videoanalyse, krachtmetingen of veldtesten.

4. Return to sport (6-12 maanden)
Pas als kracht, coördinatie en vertrouwen voldoende zijn hersteld, wordt gewerkt aan terugkeer naar de sport. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderbouwde criteria. Een overhaaste terugkeer verhoogt het risico op nieuwe blessures, daarom wordt deze fase nauwgezet begeleid.

Waarom sportfysiotherapie?
Een revalidatietraject na een VKB-reconstructie is lang en veeleisend. Een sportfysiotherapeut is gespecialiseerd in het opstellen van individuele schema’s, het monitoren van progressie en het voorkomen van herhaling van blessures.